SOLVYNS (François Balthazar)

Solvyns, François-Balthazar (Antwerpen, 6 juli 1760 – Antwerpen, 10 oktober 1824), kunstschilder, graficus, reiziger, etnograaf.

François-Balthazar Solvyns (als voornaam wordt ook François-Balthazard vermeld, in sommige teksten in het Nederlands Frans-Balthasar) wordt geboren te Antwerpen op 6 juli 1760. Hij is de zoon van de in de Scheldestad gevestigde, maar oorspronkelijk van Steenhuize afkomstige handelaar Maximiliaan Solvyns en diens echtgenote Marie-Elisabeth Abeloos.

Zijn kunstzinnig talent wordt vroeg opgemerkt en aangemoedigd door zijn omgeving. Opgeleid door de kunstschilder André-Bernard de Quertenmont, leraar aan de Antwerpse Academie, zal hij zich bekwamen in het genre van de marinestukken. Zijn werk als kunstschilder en als graficus geniet de waardering van de Oostenrijkse regering in Brussel, die hem opdracht geeft tot het schilderen van havenzichten, waaronder de rede van Antwerpen. De waardering van de overheid uit zich ook in zijn aanstelling – op de leeftijd van zestien jaar – tot kapitein van het fort van Lillo. Hij verwerft de sympathie van aartshertogin Maria-Christina van Oostenrijk, echtgenote van landvoogd Albert Casimir van Saksen-Teschen. Dankzij haar tussenkomst wordt hij aangesteld als kapitein van het kasteel van Laken, de residentie van de landvoogden. Die functie is louter symbolisch, zodat Solvyns zijn artistiek werk kan voortzetten. In opdracht van de overheid maakt hij onder meer een groot tableau van de haven van Oostende dat in de smaak valt. De afbeelding wordt kort na de realisatie via gravures van de Fransman Robert Daudet op grote schaal gekopieerd en verspreid.

De Brabantse Omwenteling en het gedwongen vertrek van Maria-Christina uit de Nederlanden werpen onzekerheid over Solvyns’ toekomst als kunstenaar in eigen land. Hij kiest uiteindelijk voor een avontuurlijke oplossing: in 1790 gaat hij in Oostende aan boord van het schip “Etrusco” met als bestemming Bengalen. Het schip vaart officieel onder Toscaanse vlag maar is eigendom van de Brit Home Riggs Popham. Oorspronkelijk in dienst van de Navy, heeft Popham zijn militaire loopbaan onderbroken en zich tijdelijk in Oostende gevestigd. Daar kiest hij voor een lucratieve baan als supercargo en geraakt hij onder meer betrokken bij illegale handel, waarover weinig bekend is. Solvyns komt in Oostende met Popham in contact en krijgt het voorstel mee te werken aan een op stapel staande expeditie, een handelsreis naar Brits-Indië georganiseerd door Popham maar gefinancierd door de Britse groothandelaar Charnock.

Aldus arriveert Solvyns in de loop van 1791 in Calcutta (het huidige Kolkata). Hij komt er aan de kost met zijn creatief talent: hij is decorateur voor de gegoede klasse in de Britse factorij, zorgt voor de opluistering van hun feesten en spektakels, restaureert kunstwerken, en versiert rijtuigen. Solvyns maakt verschillende reizen door het binnenland van het Indische subcontinent – toen door Europeanen veelal aangeduid met de benaming “Hindoestan”. Beïnvloed en aangemoedigd door de Britse taalkundige en kenner van het Sanskriet Sir William Jones, die in Calcutta in het Hooggerechtshof zetelt en daarnaast actief is in de Asiatic Society of Bengal, vat hij in 1794 het plan op om een reeks etsen te maken die een beeld schetsen van het dagelijkse leven van de inwoners van het subcontinent: hun gebruiken, kleding, vervoermiddelen, religieuze riten, enzovoort. Hij voorziet zijn gedetailleerde etnografische tekeningen – welke zijn uitgevoerd naar het leven – van verklarende notities.

In 1796 verschijnen de etsen te Calcutta in een zeer beperkte eerste druk, maar in 1799 worden ze opnieuw, en ditmaal in een volwaardige oplage, gepubliceerd in een vijfhonderd pagina’s tellend werk met de titel A collection of two hundred and fifty coloured etchings descriptive of the manners, customs and dresses of the Hindoos. Dit werk is verdeeld in twaalf delen. 66 etsen tonen de kasten van de Hindoes met hun respectievelijke beroepen. Andere geven een beeld van vervoermiddelen (karren, draagstoelen, boten), muziekinstrumenten, kostuums, fakirs, feestelijkheden. Het werk blijkt echter geen echt succes en is voor Solvyns vooral een financiële ontgoocheling: zoals de Britse historicus Robert L. Hardgrave stelt, zijn de tekeningen naar de Europese smaak van het moment te monotoon en de kleuren te somber. De thema’s zelf spreken echter wel tot de verbeelding, en Edward Orne, uitgever te Londen zal later (in 1807) zonder toestemming van de auteur een succesvolle piraatversie uitbrengen, gewijd aan de kostuums, met hertekende prenten in warmere kleuren.

In 1804 keert Solvyns terug naar Europa, waar hij kort na aankomst huwt met de welgestelde Mary-Anne Greenwood, dochter uit een Engelse familie die in Gent resideert. Hij zal met haar een gezin van drie kinderen stichten. Hun jongste zoon Henri Solvyns verwerft naam en faam als Belgisch diplomaat.

François-Balthazar Solvyns trekt naar Parijs, waar hij zich integreert en laat opmerken in de vrij uitgebreide kring van Zuid-Nederlandse of “Belgische” residenten die van tijd tot tijd samen bijeenkomsten organiseren. In Parijs legt hij zich vooral toe op een nieuwe, verbeterde uitvoering van zijn etsen. Dankzij de financiële steun van zijn echtgenote kan hij in eigen beheer een monumentale in-folio publicatie voorbereiden, getiteld Les Hindoûs, ou description de leurs moeurs, coutumes et cérémonies. De vier volumes van dit werk verschijnen respectievelijk in 1808, 1810, 1811 en 1812 en zijn opgedragen aan de leden van het Institut de France. De tekeningen worden voorzien van nauwkeurige beschrijvingen in het Frans en in het Engels. Met dit werk reageert Solvyns op wat hij de Europese onwetendheid over de bevolking van “Hidoestan” noemt. De bestaande beschrijvingen vindt hij niet accuraat. Zijn eigen aanpak is niet gebaseerd op een korte, vluchtige observatie, maar op langdurige, systematische waarneming van een bevolking die gekenmerkt wordt door diversiteit. Aan de publicatie zijn jaren van studie en voorbereiding vooraf gegaan, en hij hoopt aldus aan zijn werk een hoog wetenschappelijke karakter te geven.

Toch loopt deze onderneming voor Solvyns opnieuw uit op een financiële kater – vooral door de hoge kosten van de publicatie. Zijn encyclopedische en systematische benadering onderscheiden hem niettemin van veel andere auteurs, en hij zal in latere historiografie erkenning krijgen als een wegbereider van de systematische etnografie van de Indische bevolking. Hij keert in 1814 terug naar Antwerpen waar koning Willem I hem het jaar daarop tot havenkapitein benoemt. François-Balthazar Solvyns overlijdt in Antwerpen op 10 oktober 1824.

Met betrekking tot zijn werk in Indië, vindt men originele tekeningen en schilderijen van Solvyns in collecties te Londen (Victoria and Albert Museum), Greenwich (National Maritime Museum), Kolkata (Victoria Memorial Hall), en Salem, USA (Peabody Essex Museum). Marinestukken en andere werken van zijn hand bevinden zich o.a. in Antwerpen, Brussel, Oostende en Wenen.

 

Jan Vandersmissen
Université de Liège
18 juni 2012
Centre d’Histoire des Sciences et des Techniques

 

Uitgegeven bronnen:

 

  • Solvyns (B.), A collection of two hundred and fifty coloured etchings descriptive of the manners, customs and dresses of the Hindoos, Calcutta, Mirror Press, 1799.
  • Solvyns (B.), Costumes of Hindoostan, London, Edward Orme, 1807.
  • Solvyns (B.), Les Hindoûs, ou description de leurs mœurs, coutumes et cérémonies, Paris, Chez l'Auteur, 4 vols., vol. I, 1808, vol. II, 1810, vol. III, 1811, vol. IV, 1812.

 

Literatuur:

  • Borchgrave, de (baron), Solvyns, François-Balthazar, in Biographie Nationale, XXII, 1921-1924, col. 134-138.
  • Hardgrave (R.L. Jr.), Boats of Bengal. Eighteenth Century Portraits by Balthazar Solvyns, New Delhi, Manohar Publishers, 2001.
  • Hardgrave (R.L. Jr.), A Portrait of the Hindus: Balthazar Solvyns and the European Image of India, 1760-1824, New York, Oxford University Press, 2004.
  • Hardgrave (R.L. Jr.) & Slawek (S.M.), Instruments and Music Culture in Eighteenth Century India: The Solvyns Portraits, in Asian Music, 20, 1988, p. 1-92.
  • Hostyn (N.), Solvyns, Frans-Balthasar, in Nationaal Biografisch Woordenboek, X, 1983, col. 594-599.
  • L(esbroussart) (Ph.), Notice biographique sur François-Balthazar Solvyns, auteur des Hindous, in Messager des sciences et des arts, 1826.
  • Vandersmissen (J.), De wetenschappelijke exploratie, in Halleux (R.), Vandersmissen (J.), Despy-Meyer (A.) & Vanpaemel (G.), Geschiedenis van de wetenschappen in België, Brussel, Dexia, 2001, deel 1, p. 225-244.
  • Verbanck (R.), Sir Home Riggs Popham te Oostende, in De Plate, 20, nr. 2, 1991, p. 63-66.

 

Tomaison

Biographical Dictionary of Overseas Belgians